Voor taal en lezen werken wij op Octopus met de methode Lijn 3 van Uitgeverij Malmberg. Lijn 3 is een complete taal-leesmethode waarmee uw kind op een speelse en verantwoorde manier leert lezen.

Maar Lijn 3 is meer dan lezen alleen: in de wereldoriënterende thema's van Lijn 3 leren de kinderen ook meer over de wereld om hen heen. We laten kinderen zelf op zoek gaan naar antwoorden op vragen die leven. Kinderen stellen zelf vaak de gekste vragen. Juist die vragen leveren vaak interessante gesprekken op!

Lijn 3 is ook de naam van de bus die de rode draad vormt in de methode. De vrolijke buschauffeur Ben Bus 'vertrekt' vanaf het schoolplein en 'brengt' de kinderen tijdens het schooljaar langs twaalf haltes (twaalf thema's). Bij elk thema krijgt uw kind een sticker om in een speciaal busboekje te plakken. Als het busboekje vol is, is het jaar voorbij en kan uw kind lezen!

We nemen veel tijd om de kinderen wegwijs te maken in de materialen en de nieuwe manier van werken in groep 3.
Een thema van Lijn 3 duurt drie weken. Uw kind werkt voor lezen in een eigen werkboek dat aan het einde van het thema mee naar huis gaat. Achter in het werkboek vindt u een speciale ouderpagina. Daar kunt u zien wat uw kind geleerd heeft met lezen.

Behalve met een werkboek werken de kinderen met verschillende andere materialen, zoals een leesboek, een rijtjesboek, een woordmaker en een magnetische letterdoos. Ook kent Lijn 3 een digibordprogramma dat bij alle lessen gebruikt wordt. Het bevat onder andere leuke letterfilmpjes.

Wilt u de materialen van Lijn 3 of andere methodes zien? Neem dan een kijkje in onze klas. Uw kind laat het u vast graag zien! Het is belangrijk om thuis ook met lezen bezig te zijn. Dit kan op allerlei manieren. In onderstaande vindt u nog enkele leestips:

Op de deze site vindt u per thema leesbladen. Dit om gepaste oefenstof aan te bieden voor alle kinderen.


Wij wensen jullie veel leesplezier,

de juffen van groep 3
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Veel ouders willen graag thuis oefenen met lezen met hun kind. Belangrijke uitgangspunten bij het extra oefenen van het lezen:
  • Oefen op een speelse wijze. Oefenen moet leuk blijven.
  • Bemoedig het kind en benadruk wat goed gaat.
  • Dwing of straf het kind niet als het geen zin heeft.
  • Breng een bepaalde regelmaat in het oefenen. Oefen bijvoorbeeld op een vast moment van de dag, maar niet tijdens favoriete tv-programma's. Stel bijvoorbeeld met het gezin in om voor het eten een kwartier een letter/woordspelletje te doen en maak het gezellig met een drankje.
  • Sluit zoveel mogelijk aan bij de interesses van het kind en bij wat er op school gebeurt. (iedere vrijdag krijgt het kind een oefenblad mee naar huis zodat je op het juiste niveau kunt oefenen)
  • Geef zelf het voorbeeld door ook eens een boek of krant te lezen in het bijzijn van het kind. Of door iets te vertellen over wat je gelezen hebt
  • Dagelijks een kwartier voorlezen - tot en met groep 8 - is de beste stimulans en voorkomt problemen bij begrijpend lezen.
Oefenen in groep 3
Maak van alle onderstaande oefeningen een spelletje, het liefst met meer leden uit het gezin.
  • Gebruik letterblokjes om woordjes te leggen. De volwassene legt woorden van vijf letters. Het kind legt woordjes van drie letters en krijgt dubbele punten. Gebruik hiervoor bijv. Scrabble, Boggle of een letterdoos.
  • De letterblokjes zijn natuurlijk op veel meer manieren te gebruiken, bijv.:
    • Een bepaalde letter opzoeken (Bijv. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en de eerste letter daarvan is een …..; variatie: laatste letter, eerste lettergreep enz.)
    • Een woord veranderen door letters te verwisselen
    • Een woord in de goede volgorde leggen dat door de ouder in een verkeerde volgorde is neergelegd
  • Schrijf een grote letter op een tekenvel en laat het kind er een tekening van maken of bedenk samen wat je van zo'n letter kunt maken en teken dat. Datgene wat ervan gemaakt wordt, zou ook met de letter zelf kunnen beginnen. Of er kunnen meerdere voorstellingen getekend worden met dezelfde letter. Hang de letter op een centrale plaats op, bijvoorbeeld op de koelkast.
  • Lees samen een boek. Lees om de beurt een regel of meerdere regels. Bespreek samen met uw kind hoe u dit gaat doen. Er zijn speciale samenlees boeken of probeer twee dezelfde boeken in de bibliotheek te vinden, zodat je allebei een eigen boek hebt.
  • Maak samen rijmpjes. Hierbij kunnen bijvoorbeeld gekke rijmpjes of rijmen met niet bestaande woorden gemaakt worden.
  • Maak woordkettingen: iemand begint met een woord, de volgende bedenkt een woord dat met de laatste letter van het eerste woord begint, en zo verder. Hierbij kan ook gespeeld worden rond een thema, bijv. dieren.
  • Woordrijtjes maken: laat het kind zoveel mogelijk woordjes bedenken of opschrijven die met een bepaalde letter beginnen of eindigen of die een bepaalde letter/klank bevatten. Dit kan heel goed in de auto: woorden maken van letters op nummerborden van auto's. Wie het eerst een woord weet.
  • Noem een woord en laat het kind er een ander woord van maken door een van de klanken te vervangen.
  • Gebruik flitskaartjes om de letters te oefenen. Maak hiervoor kartonnen kaartjes met op elk kaartje een letter. Gebruik alleen de letters die het kind op school al geleerd heeft. De letters die het kind goed zegt, leg je weg. De andere doe je nogmaals tot er geen kaartje meer over is.
  • Speel een kwartetspel waarmee de diverse klank/tekenkoppelingen geoefend worden (van maan-roos-vis spelletjes)
  • Er zijn allerlei spelletjes te koop van maan-roos-vis van uitgeverij Zwijsen.)
  • Tijdschrift maan-roos- vis van uitgeverij Zwijsen, sluit precies aan bij wat je kind op school leert. En dus kan je kind alles zelf lezen en zelf doen.
  • Zelf veel voorlezen. Kies inhoudsrijke, spannende, leuke boeken. Een boek dat niet aanslaat bij het kind niet verder (laten) uitlezen, maar een ander boek kiezen.
  • Bij hardop lezen door het kind: niet op fouten wijzen, maar het goede woord zeggen.
  • Lees het begin van een spannend boek voor. Laat het kind zelf verder lezen, als het goed in het verhaal zit.
  • Interactief voorlezen. Vraag het kind bijvoorbeeld hoe het denkt dat het verhaal zal aflopen of het iets zou oplossen. Ook een stukje navertellen is stimulerend.
  • Laat het kind zelf stillezen op het niveau dat het aankan. Zoek naar boeken die aansluiten bij de interesse van het kind. Wissel stillezen af met luisteren naar een bandje of cd-rom (met het boek erbij, maar alleen als uw kind dat leuk vindt!).
  • Probeer het kind te interesseren voor een serie. Het tweede deel uit de serie is makkelijker te lezen omdat de context bekend is. Het kind zal daardoor geneigd zijn de hele serie te lezen.